Snap configureren

U bevindt zich hier: Basisfuncties > Snap configureren

De snap is een hulpmiddel voor de positiebepaling voor het werken met dynamische functiesClosed. U kunt de snap configureren en aan de actuele situatie aanpassen.

Gebruik Snappunten

Hulpmiddel voor de positiebepaling op eind-, midden- en snijpunt van lijnen.

Optie is actief Optie is niet actief Zie ook

Algemene snappunten

Bij nadering tot een eind-, middel- of snijpunt wordt de cursor gevangen en vastgehouden. De actuele positie wordt aangegeven.

Punten worden genegeerd. U kunt de cursor vrij bewegen.

Bij het werken met polylijn, kabelmanagementsysteem, leidingnet en ventilatiekanaal

Bij het samenkomen van een actieve polylijn met een bestaande lijn berekent DDS-CAD het snijpunt zodanig dat de polylijn onder een rechte hok op de bestaande lijn staat.

Bestaande lijnen worden genegeerd.

Snap op Raster

Hulpmiddel voor de regelmatige configuratie van objecten.

Optie is actief Optie is niet actief Zie ook

DDS-CAD genereert een regelmatig raster van horizontale en verticale lijnen. De snijpunten vangen de cursor en houden hem vast.

Het raster is uitgeschakeld. U kunt de cursor vrij bewegen.

Raster Nulpunt - 1 punt
Raster X-as - 2 punten
Toon X-as in Raster Horizontaal
Herstel Raster

Gebruik Smartsnap

Hulpmiddel voor het werken met aansluitbare objecten (bijv. kabel, kabelmanagementsysteem, leiding, ventilatiekanaal).

Optie is actief Optie is niet actief Voorbeelden

Wanneer de cursor een aansluitbaar object nadert, herkent DDS-CAD de verbindingspunten. U kunt de aansluiting maken.

De aansluitfunctie is niet actief. U kunt dicht bij het object een knikpunt definiëren.

Gebruik Oppervlakte Modus

Hulpmiddel voor het werken aan oppervlakken van het gebouw of geometrische lichamen.

Optie is actief Optie is niet actief Zie ook

Het oppervlak van gebouwgedeelten en geometrische lichamen definieert de montagehoogte van het object.

U kunt bijv. een object op een hellend dak plaatsen. DDS-CAD berekent de juiste montagehoogte.

DDS-CAD negeert het oppervlak van gebouwgedeelten en geometrische lichamen. De montagehoogte richt zich op het coördinatensysteem.

Overlappende oppervlakken

Instellen Werkvlak van Oppervlakte

Gebruik Automatische Rotatie

Hulpmiddel voor het werken met dynamische symbolen bij gebruik van de lijninvang met  [Ctrl].

Optie is actief Optie is niet actief Zie ook

Bij nadering van een lijn oriënteert het symbool zich loodrecht op de lijn.

Bij nadering van een lijn behoudt het symbool zijn actuele rotatie.

Orthogonale modus (Ortho)

Hulpmiddel voor de gedefinieerde richtingsverandering bij polylijnen en voor de latere parallelle verschuiving van objecten.

Optie is actief Optie is niet actief Zie ook

Bij het werken met polylijn, kabelmanagementsysteem, leidingnet en ventilatiekanaal

Bij een actieve lijn volgt het beweegbare einde de cursor niet precies. De richting verandert stapsgewijs in gedefinieerde hoeken. U kunt met de muis een rechthoekig verloop genereren, maar niet elke positie bereiken.

Het beweegbare einde van de lijn volgt de cursor precies. U bereikt elke willekeurige positie.

Bestaand symbool verplaatsen

Een later verschoven object volgt de cursor niet precies. Bewegingen zijn alleen in gedefinieerde richtingen mogelijk. U kunt het object zeer goed horizontaal of verticaal verplaatsen, maar niet elke positie bereiken.

Het object volgt de cursor precies. U bereikt elke willekeurige positie.