Dit hoofdstuk omschrijft principiële functies en het gebruik ervan.
![]() |
In de uitgangssituatie versleept de cursor het afzonderlijke symbool. U hebt veel mogelijkheden om afzonderlijke objecten in het model te plaatsen. |
Groep van geometrische functies en figuren, die alleen op het scherm zichtbaar zijn. Hulpgeometrieën worden niet afgedrukt of geëxporteerd. Gebruik deze functies om bijv. een snijpunt te bepalen of een referentiepunt te vormen. De verschillende functies zijn onderverdeeld met betrekking tot de toepassing in drie groepen.
De snap is een hulpmiddel voor de positiebepaling voor het werken met dynamische functies. U kunt de snap configureren en aan de actuele situatie aanpassen.
Functies voor de identificatie van objecten en voor de beschrijving van feiten.